Geschiedenis pianobouw
Ontdek de fascinerende ontwikkeling van de piano, van het eerste experimentele instrument tot de moderne vleugel en piano van vandaag. Leer over de belangrijkste uitvinders en bouwers die de klank, het mechaniek en het ontwerp van de piano hebben gevormd. Deze geschiedenis laat zien hoe vakmanschap, innovatie en muzikale expressie hand in hand gingen om een van de meest geliefde instrumenten ter wereld te creëren.

De uitvinding van de pianoforte in Italie
De Italiaanse Bartolomeo Cristofori (1655–1732), werkend voor de Medici in Florence, wordt beschouwd als de uitvinder van het pianoforte rond 1698. Zijn instrumenten werden aanvankelijk “Arpicimbalo di nuova inventione, che fa il piano e il forte” genoemd (italiaans: “speelt zacht en hard”). Slechts zeven gesigneerde en gedateerde instrumenten zijn bewaard gebleven. Hun innovatieve mechaniek legde de basis voor alle latere vleugels.
Het vroege mechaniek van Cristofori is vergelijkbaar met zijn klavecimbels, met minimale verschillen in draaddiktes. De binnenconstructie lijkt op Duitse cembalobouw.
Zijn pianoforte bood een revolutionaire mogelijkheid: in tegenstelling tot het klavecimbel kon een speler nu de dynamiek van de tonen beïnvloeden, van zacht pianissimo tot krachtig fortissimo.
Cristofori ontwikkelde een mechaniek die hamer en snaar combineerde met precisie, waardoor expressieve nuances mogelijk werden. Hij varieerde daarbij met de positie van de snaren; onder of boven het stemblok langs.
- Mechaniek van Christofori -

Silbermann en de vroege Duitse bouwers
In Duitsland verspreidde de piano zich rond de jaren 1730-1740 dankzij bouwers als Gottfried Silbermann uit Freinberg, een bekende orgelbouwer die Cristofori’s ontwerp overnam en verfijnde. Hij verhoogde de stijghoogte van de hamerkoppen. Zijn piano’s combineerden robuustheid met een heldere klank. Hij bouwt instrumenten die Bach bespeelt en beoordeelt, waardoor de kennis van Silberman cruciaal is voor de verspreiding en verdere ontwikkeling van het vroege pianospel in Duitsland. Hij legde een belangrijke basis voor de Duitse pianobouwtraditie. Zijn werk vormt een brug tussen de vroege Italiaanse hammerflügel en de latere Duitse en Oostenrijkse pianomechanieken.
Andere vroege Duitse bouwers bouwden voort op deze innovaties, waardoor de piano sneller technisch verbeterde en meer expressive mogelijkheden bood aan muzikanten.
- Allereerste 'stuiter-mechaniek -
- Stuiter-mechaniek van Silbermann -

De invloed van Stein in Oostenrijk
Rond 1780, wordt het mechanik verder doorontwikkeld door onder andere Johann Andreas Stein, zoon van een orgelbouwer. Hij ging onder andere in de leer bij Silbermann.
Hij introduceerde een houten “tong” die de hamer naar het klavier terug liet keren na aanslag. Omdat dit mechaniek vooral in Zuid-Duitsland en Oostenrijk werkt gebruikt, werd dit aangeduid als een Weens mechaniek. Het had ook een kleinere stijghoogte* geschikt voor snelle, lichte passages. Het mechaniek maakte een lichtere aanslag, grotere expressie en een heldere klank mogelijk. Pianisten konden hierdoor sneller en vloeiender spelen, wat essentieel was voor de klassieke en vroege romantische muziek.
Mozart schreef aan zijn vader dat hij zeer onder de indruk was van Stein’s piano: de toetsen reageerden perfect, de toon was gelijkmatig over het hele klavier, en het instrument dempte goed.
Het nadeel van de kleinere stijghoogte voor de pianist is minder mogelijkheid tot dynamisch en fortespel.
Voor pianotechnici werd de manier van reguleren en hanteren ook anders: door de geringe diepgang van de toetsen moet het mechaniek na het inschuiven achter de stembalk worden opgetild met wiggen of een tweede klavierraam.

De Zwitserse Engelsman en
de Duitse pianobouwers
In Engeland werden voornamelijk clavecimbels gebouwd. Een van de daar gevestigde klavecimbelbouwers was uit Zwitserland geëmigreerd: Burkhard Tschudi - verengelst als: Burkat Shudi. Deze had rond 1728 eigen werkplaats voor clavecimbels. Rond 1761 kwam dertig jaar jongere John Broadwood, een Schotse gezel-meubelmaker bij hem in dienst.
Ondertussen was er ook een andere ontwikkeling gaande in Europa. Tijdens de Zevenjarige Oorlog (1756–1763) vluchtten een aantal Duitse pianobouwers naar Londen. Johannes Zumpe was een van de immigranten en bracht vanaf ca. 1760 tot 1780 de populaire square piano op de markt. Het had daarvoor een ander soort mechaniek bedacht; waarin de beweging van de toets via een metalen stoter direct op de hamer wordt overgebracht. Er is dus geen escapement of vang, zoals bij Cristofori; het is een vereenvoudigd, onderhoudsarm systeem dat goed werkte voor goedkope tafelklavieren en weinig storingsgevoelig was. Deze kon snel en goedkoop gebouwd worden en paste goed in het Engelse interieur. De Duitse vakmensen die naar Engeland waren verhuisd, werden daarna vrijwel allemaal tafelpianobouwers. Zij het dat hetgeen zij bouwden technisch een “terugval” was vergeleken met wat ze in Duitsland hadden geleerd.
Op het vaste land (Duitsland en Oostenrijk) hield men vast aan de vleugels met de Weense mechanieken. De stijgende vraag naar krachtigere, concertgeschikte instrumenten maakte dat de Engelse tafelpiano te beperkt in volume en dynamiek werd bevonden.
- Het goedkope opstootmechaniek van Zumpe -
John Broadwood was ondertussen tot voorman van Shudi benoemd en met zijn dochter getrouwd. Hij kende de bouwprincipes van de Duitse instrumenten die in Londen circuleerden. Hij kopieerde en verbeterde het opstootmechaniek van Zumpe en introduceerde dat rond 1790–1800 in de vleugelpiano's. Het mechaniek had een beweegbare opstoter met een instelschroef en een grotere stijghoogte. De hamer valt na de aanslag in een vanger en is klaar voor de volgende aanslag. Hierdoor kwam hij, zonder dat hij het wist, dichter bij de Zuid-Duitse/Italiaanse escapement-traditie .
Zijn instrumenten waren geliefd bij componisten zoals Beethoven, die een voorkeur had voor het robuuste geluid van Engelse piano’s. Door de combinatie van stevigheid en expressieve klank hielpen Broadwood’s piano’s de vleugelpiano zich te ontwikkelen tot een krachtig en veelzijdig concertinstrument. Zijn innovaties beïnvloedden de internationale pianobouw en legden de basis voor moderne vleugels met diepe resonantie.
- Broadwood's mechaniek -

De snelle aanslag van Érard
Sébastien Érard, een Fransman, leerde voor orgelbouwer bij de Duitse Johan Heinrich Silbermann in Straatsburg (jawel, de jonge neef van Gottfried Silbermann). Hij begon rond 1770 ook de populaire tafelpiano's te bouwen en was in 1790 kort in Engeland om daar het kunstje van Broadwood af te kijken. Ook Érard stapt dan over van de tafelpiano naar de vleugelpiano.
Hij verbetert het mechaniek van Broadwood door in 1820 een extra hefboom toe aan het mechaniek toe te voegen, waardoor de toets herhaaldelijk en snel kon worden aangeslagen zonder de toets volledig los te laten. Dit was cruciaal voor virtuoze stukken van Chopin, Liszt en andere romantische componisten. Deze verbeteringen markeerden een sprong in de technische mogelijkheden van de piano en vormden het fundament voor moderne concertvleugels.

Henri Herz en het moderne mechaniek
De Oostenrijkse pianist Heinrich Herz (1803) leerde het vak pianobouwen van de Duitse Henri Jacob Klepfer. Beiden leerlingen van Érard had geleerd.
Klepfer werkte bij Sébastien Érard en droeg bij aan de technische verfijning van het mechaniek, met name de veerconstructie die nodig was voor de herhaalslag van de hamers. Hij ontwierp de oorspronkelijke veerconstructie voor Érards dubbelrepetitiemechaniek, waarmee snelle herhaalslagen mogelijk werden.
Henri Herz kwam bij Érard met pianisten- en bouwkundige kennis, hij vereenvoudigde en verfijnde later dit mechaniek, maakte het gebruiksvriendelijker en geschikt voor bredere productie, waardoor hij vaak de aandacht en erkenning kreeg in plaats van Klepfer. De samenwerking eindigde rond 1829; Klepfer bleef technisch bijdragen, maar Herz claimde de commerciële en publieke erkenning.

Rechtopstaande piano's
In de eerste helft van de 19e eeuw ontstonden kleinere, verticale piano’s. Robert Wornum in Londen (1826) en Henri Pape in Parijs bouwden compacte instrumenten met mechanieken afgeleid van Broadwood en Wornum. Deze instrumenten maakten piano’s toegankelijker voor huiskamers, maar bleven beperkt in volume en expressie vergeleken met vleugels.

De moderne vleugel
De ontwerpen van Cristofori vormden de basis voor moderne piano’s, en veel van zijn technische principes worden nog steeds toegepast in hedendaagse instrumenten en vormen het fundament voor moderne concertvleugels.
Constructie van het meubel en skelet
Ontwikkeling van het pianomeubel
Naast de verfijning van het mechaniek, veranderde in de loop van de driehonderd jaar ook de constructie van het meubel en skelet van de piano ingrijpend. Waar vroege instrumenten nog licht geconstrueerd waren, maakten grotere snaarspanningen en een breder toonbereik het noodzakelijk om stevigere frames te bouwen.
Pianobouwers voegden massieve houten frames en metalen stutten toe om het instrument stabiel te houden. Rond 1870 werden de gietijzeren frames geïntroduceerd zoals wij die vandaag nog kennen. Deze ontwikkelingen zorgden ervoor dat het instrument niet alleen krachtiger en expressiever kon klinken, maar ook duurzaam en stemvast bleef, zelfs bij hogere spanningen en intensief gebruik.
Kortom: waar de mechaniek de speelbaarheid en nuance verbeterde, gaf de nieuwe meubelconstructie de piano kracht en stabiliteit, waardoor de mogelijkheden van het instrument aanzienlijk groeiden.
De moderne vleugel
De ontwerpen van Cristofori en de innovaties van Silbermann, Stein, Broadwood en Érard vormen nog steeds de basis van moderne piano’s. De combinatie van verfijnde mechaniek en robuuste constructie biedt vandaag de dag de balans tussen expressie, kracht en duurzaamheid.
Verdiep uw kennis
Bent u geïnspireerd door de rijke geschiedenis van de pianobouw? Wilt u zelf ervaren hoe een piano werkt, van mechaniek tot klank?
Workshops: Leer pianostemmen en mechaniek in onze praktische workshops, begeleid door een ervaren pianobouwer.
Webshop: Ontdek gedetailleerde mechaniekmodellen van piano’s en vleugels, ideaal voor studie, onderwijs of als verzamelobject.